Bende Van Nijvel Groupe G en WNP

Bende Van Nijvel Groupe G en WNP

2. De structurerende coördinatie van Groupe G

Al deze actoren kunnen zelfs tesamen geen plan maken of geen consistentie aanhouden in hun activiteiten en zorgen dat zowel de onderzoeken naar hen dood lopen of dat mogelijke getuigen opeens geen zin meer krijgen om nog met belastende verklaringen af te komen.

Je hebt daarvoor een Organisatie nodig met de nodige discipline en taktisch en strategisch inzicht en duidelijke politieke doelstellingen en met toegang tot de nodige middelen en informatie. Een organisatie die OPERATIES kan opzetten en tot een goed einde kan brengen. En zelfs als de actieve militante radikale cel binnen deze grotere organisatie de enige is die meer doet dan enkel praten over wat men zou moeten doen, dan nog is ze zo goed gevestigd in het hart van de enig functionerende politionele-militaire macht in België dat ze voldoende middelen en informatie direct binnen bereik heeft om gemakkelijk een zekere efficiëntie te bereiken.

Op basis van de huidige vermoedens en schramele inlichtingen is de rol die de Groupe G heeft gespeeld in de rijkswacht van die aard dat ze die rol had kunnen spelen.

We moeten dit ook bekijken vanuit twee verschillende standpunten.

De historische basis van Groupe G (te doen) NEM etc

In 1974 richten studenten aan de ULB en de universiteit van Namen een organisatie op naar het voorbeeld van de Franse GUD.(Groupe Union Défense). Francis Dossogne is een student in Journalisme die vlug op de voorgrond treedt.

Maar men keek ook niet al te nauw op het soort mensen dat men als informant gebruikte want zelfs de leider van de extreemrechtse groepen in Brussel Francis Dossogne was een informant van de Brusselse GP via Zimmer. (Bron 6 p.301) Het belangrijkste was dat men informatie kreeg over misdaden waar men anders zelfs totaal geen weet van had.

Het enthusiasme en de akties van de jongeren trekken snel de aandacht van de oudere NEM leesclubs en vooral de redacteur Emile Lecerf van Nouvel Europe Magazine (10.000 ex) die hen een jongerenrubriek aanbiedt. Emile Lecerf collaboreerde als journalist tijdens de bezetting. In 1977 organiseert het Front haar eerste nationale congres in Brussel en het opent een permanentie in Brussel. De rechtervleugels van de PSC en de PRL bieden sommige van de meer gematigde politiek actieve leden van Front de la Jeunesse een opvolgersplaats aan tijdens de verkiezingen. In 1981 doen ze met hun eigen partij Forces Nouvelles-Nieuwe Krachten mee aan de gemeenteraadsverkiezingen in Brussel en missen op het nippertje een zetel in Molenbeek. De opvolger na de ontbinding van Front de la Jeunesse 'Parti des Forces Nouvelles' zal nooit echt van de grond geraken. Later gaan die zich samenvoegen in Front National dat dan later weer uiteenspat.

De invloedssfeer op Groupe G (de toen, CEPIC)

De tijdsgeest maakte leden van veiligheidskorpsen meer ontvankelijk voor dergelijk discours.

Het is misschien interesseanter om de WNP niet als een organisatie maar als een operatie te beschouwen. Ze had immers twee belangrijke taken. De eerste was te bewijzen dat de beveiliging op het hoofdkwartier van Evere te laks was en het tweede was de Belgische staatsveiligheid om verschillende redenen in opspraak te brengen. Dit laatste kwam de top van de rijkswacht trouwens goed uit want ze had al een keer geprobeerd om de politieke inlichtingenfunctie naar zich toe te trekken en beide diensten zagen elkaars als institutionele vijanden. Het is slechts na dit schandaal en het opheffen van de militaire rijkswacht door ze te integreren in een burgerlijke politiedienst dat men de staatsveiligheid heeft voorzien van een juridisch kader.

Groupe G

De Groupe G werd opgericht binnen de rijkswacht in de jaren 1970 en Lekeu stelt het oppercommando hiervan op de hoogte in 1976. Lekeu was één van eerste rijkswachters die onder invloed van het magazine Nouvel Europe Magazine met de redactie contact opnam. (bron 5 p. 159) Ze waren nadien snel met een harde kern van 7 (bron 5 p. 160). Binnen de rijkswacht hadden Francis Dossogne en Paul Latinus voor het Front de La Jeunesse een nazistische parallelle geheime organisatie opgebouwd. Het noemde de groep G. Zij zouden instaan voor de 'Groupe d'action Politique' en waren zoals de kernen in het leger (groep M) of op de ULB onder de kandidaat-rijkswachtofficieren die er criminologie studeerden, de Koninklijke Militaire Academie, Mobiel Legion, diane en de drugssectie van de BOB in Brussel alsook in andere secties van de rijkswacht. Volgens speurders in 1989 ging het om ongeveer 60 man bij de rijkswacht al was het moeilijk om de cellenstructuur te doorgronden. Martial Lekeu vertelde dat hij werd gerecruteerd door Didier Mievis die op het Centraal Bureau voor Inlichtingen werkte maar in feite rekruteringsofficier was van Front de la Jeunesse. Deze had zowel contacten met Frank Eaton en Commandant françois van de NBD. (bron 1 p. 144-145)

Lekeu licht het commando later in dat er binnen deze groep plannen zouden bestaan voor gewapende groepen om grootwarenhuizen aan te vallen om zo het land te destabiliseren. (bron 5 p. 161) )Volgens Lekeu was de doelstelling van deze groepen om door "een luik politiek terrorisme en een luik banditisme" het land klaar te maken voor een staatsgreep. (bron 1 p. 146) Lekeu stelt tevens dat de diefstal bij de Diane het werk was van Group G alsook de aanslagen op Vernaillen en adjudant Goffinon. (bron 1 p. 149) Dit is tevens de opinie van overleden GP Reyniers omdat "niets oneervoller" is dan het stelen van de wapens van speciale groep van de rijkswacht Diane (bron 6 p.69) Sommige leden van de groep Diane zoals Madani Boubouche, Christian Amory en Bob Beijer hadden extreemrechtse connecties. Hij voegt daar ook Francis Pattyn bij die na zijn overstap uit Diane naar de Brusselse GP er ook een extreemrechtse kerngroep wou oprichten en toen reeds bij Scientology zat. Momenteel is hij Bisschop van die organisatie in de VS

BOB'er Gérard Bihay bevestigt in een interne nota het bestaan van de groep G op 18 maart 1985. Het rapport aan onderzoeksrechter Schickler vermeldt een hele reeks namen zoals Lekeu, Boubouche, Marbaix,.. Het rapport stelt tevens " dat een aantal criminele feiten in Waals brabant direct te maken hebben met bepaalde financiële en politieke belangen." (bron 1 p. 147) Volgens de rijkswachttop is het hele rapport fantasie (bron 1 p. 149)

2.1. Operatie WNP

OPGELET SPIEGELPALEIS

"De noodzakelijke confrontaties en vaststellingen die een en ander hadden kunnen ophelderen waren niet gebeurd. De feiten raakten bedolven onder een groeiende berg versies van versies van versies. Mensen konden beweren wat ze wilden en deden dat ook want de controles gebeurden niet. Er ontstonden kampen binnen pers, gerecht en politiek. Wantrouwen, paranoia en vetes die duren tot vandaag." (bron 4 p. 253)

De Westland New Post of Westland National Socialistische Ordnung was een neonazistische militie. Ze werd opgericht in 1981 door Paul Latinus die een aantal ex leden van het Front de la Jeuness recruteerde en was georganiseerd als een spionage dienst. (bron 1 p. 105). Het Front de La Jeunesse werd in 1981 veroordeeld als een privé-militie en moest ontbonden worden. Dossogne en Latinus vochten een machtsstrijd uit. Hij wou een kleine efficiënte organisatie zoals zijn eerste Front Delta Noord in 1979. (bron 1 p. 111) Latinus had van Dossogne de vrije hand gekregen om de Brusselse afdeling van Front de la Jeunesse te herorganiseren maar hij richtte zijn eigen parallelle organisatie op met "zorgvuldig geselecteerde harde militantené" zoals Jean-Marie Paul, Alain Weykamp, Marcel Barbier, Beatrice Bosquet, Michel Libert en Jean Paul Matagne. (bron 1 p110)

Latinus wist met het WNP ook goed in te spelen op de concurrentie tussen de verschillende politiediensten en onderzoekers. De wnp was voor Georges Marnette van de Brusselse Gerechtelijke politie "het gloriemoment van zijn carrière. Hij haalde de internationale pers." (bron 4 p. 258) De onderzoeksrechter floot hem niet terecht voor alle fouten die hij in het onderzoek maakte omdat ze juist voor haar pensioen stond en hij was redelijk gehaaid. (bron 4 p. 259) Ze had ook erg op hem vertrouwd en ze had niet zoveel ervaring en was erg overwerkt. Het Systeem draait op vertrouwen'. Commissaris Georges Marnette die al contacten had met Latinus nam het onderzoek ook over en verwijderde de andere speurders en vertelde niets aan de hiërarchie. . (bron 4 p. 239, 290)

Maar de verhouding tussen Marnette en de WNP leden werd ook dubbelzinnig. Voor de advocaat Jean-Paul Dumont van de WNP'er Lammers leek het alsof Marnette zelf van de WNP was want hij ging de WNP leden regelmatig coachen tijdens het onderzoek wat zijn collega's niet gezond vonden. (bron 4 p. 263)

Georges Marnette die overleden in 2010 maar was bij de gerechtelijke politie in Brussel verantwoordelijk voor de mondaine zaken waarbij hij "vrouwelijke agenten liet infiltreren in orgiën.... hij was geobsedeerd door seks..... toen hij een ferrari in beslag nam, reed hij daar twee weken mee voor hij hem afleverde bij de griffie." (bron 4 p. 258) Marnette kwan in de jaren 1990 in opspraak toen hij PS politicus Di Rupo beschuldigde van pedofilie tijdens het Dutroux tijdperk.

Marnette speelt een vreemde rol bij het onderzoek naar de WNP als privémilitie want hij liet geen opsporingen doen naar de activiteiten, boekhouding, connecties of financiering. (bron 4 p. 296) WNP'er Michel Libert moest zelf naar de BOB van Brussel gaan om zijn agenda's af te geven. (bron 4 p. 297) Volgens Marnette had de procureur des Konings Poelman hem na een telefoontje van de baas van de staatsveiligheid Albert Raes gevraagd om de processen-verbaal over de schaduwcursussen te vernietigen. Maar die bleven in het dossier zitten. (bron 4 p. 262)

Toen zakenman en Oud Oostfrontstrijder met de archieven ging lopen vond Georges Marnette het wel nodig om het gebouw te observeren maar niet om de archieven opnieuw in beslag te nemen aangezien er een onderzoek naar WNP liep als privémilitie. (bron 4 p. 268)

Het was wel vreemd dat Latinus in de zaak van de dubbele moorden nooit in beschuldiging is gesteld want hij had anderhalf jaar een moordenaar beschermd en het moordwapen weggegooid. Dit maakte hem medeplichtig.

A. Spilfiguur Latinus

Latinus is een ingenieur in Nucleaire wetenschappen en reserve officier.

Latinus zelf beweerde dat hij dit deed "in opdracht van een Amerikaanse inlichtingdienst". Latinus zelf zegde dat hij werkte voor de Defense Intelligence Agency. (bron 1 p.113) Geen enkele van de officiële Amerikaanse geheime diensten had aan de staatsveiligheid bevestigd dat Latinus voor hen werkte. (bron 4 p. 268) Maar er bestonden toen heel wat parallelle en private inlichtingendiensten die met geld uit de private sector vonden dat ze zelf maar meer actie moesten voeren tegen het communisme omdat de overheden en de officiële diensten volgens hen niet voldoende deden en het gevaar minimaliseerden.

Hij zou die job gekregen hebben toen hij naar Chili moest vertrekken nadat het tijdschrift Pour hem ontmastkerde eind 1980. Hij vertrekt met de hulp van zijn maitrisse Maria de Cuevas van de Chileense ambassade naar Chili voor 2maanden en keerde terug naar België. .(bron 1 p 112) Het is in Chili dat hij de instructie krijgt van zijn opdrachtgevers om de baas van de Belgische staatsveiligheid ten val te brengen. Hij had gezegd tegen zijn medestander Jean-Louis Nemry dat hij Smets moest betrekken bij een nazigroep want niemand zou hem dan nog willen helpen. Binnen het extreemrechtse milieu werd aangeraden om te wachten met te solliciteren bij de staatsveiligheid tot ze was uitgezuiverd. (bron 4 p. 273)

Toen hij terugkeerde in 1981 was het Front de la Jeunesse ontbonden en begon hij met 'operatie WNP'.

Latinus was niet hetzij wie.

Latinus had eerst gemiliteerd in de World Union of National-Socialist (WUNS) dat in 1962 werd opgericht door de Amerikaanse nazipartij en die alle nazi organisaties wou verenigen. (bron 5 p. 178)

Latinus had naast Vandenboeynants ook José Desmaret als beschermheer. Dit was een prominent lid van de CEPIC (PSC) en een tijdje voorzitter van de World Anti-Communist League in 1967 opgericht door Amerikaanse generaal John K. Singlaub. De Belgische afdeling (Ligue International de la liberté) werd geleid door CEPIC lid Paul Vankerkhoven en Emile Lecerf hoofdredacteur van het Extreemrechtse Nouvel Europe Magazine. VMO, Front De la Jeunesse en Forces Nouvelles maakten er deel van uit. (bron 1 p. 164)

Latinus werd in 1977 aangeworven door de parallelle militaire inlichtingendienst PIO "als inlichtingenagent". (bron 1 p.151) Dit was vanzelfsprekend want hij werkte al op de inlichtingendienst van de Front de la Jeunesse, Codo waar men fiches aanlegde van politieke tegenstanders. (bron 5 p. 178)

Public Information Office werd in 1974 door minister Vanden Boeynants om inlichtingen te verzamelen over de protestbeweging tegen zijn hervormingsplannen van het leger. Tot 1979 verzamelden reserve officieren onder de leiding van Majoor Jean-Marie Bougerol informatie. Deze was een oudgediende van de militaire inlichtingendienst SDRA en was gekend zijn voor extreemrechtse sympathiën. Hij was een intimus van Bonvoisin en Vanden Boeynants. (bron 1 p. 150 -151) De PIO bestond uit twee afdelingen. De militaire moest conferenties organiseren in scholen en manifestaties van pacifisten en linkse organisaties saboteren. Ze moesten ook infiltreren in bevriende organisaties zoals de NEM clubs en de CEPIC. De burgerlijke tak gaf een vertrouwelijke publicatie Inforep uit dat ondersteund werd door Baron de Bonvoisin. Het werd op 200 exemplaren verspreid onder militairen, agenten van de staatsveiligheid en politici. (bron 5 p. 269) Claude Dery de wapenexpert is 1 van de 450 leden van de PIO. (bron 5 p. 270)

Hiernaast zal Bougerol een parallell netwerk van inlichtingenwerk opzetten, het netwerk Miller dat aktief is in heel het land. Miller is de naam waaronder Bougerol schrijf in een aantal Belgische kranten. Hij is een veelvuldig reiziger. (bron 5 p. 270)

In 1979 werd het echter uit het organigram van het leger gehaald omdat het duidelijk in extreemrechts vaarwater was terechtgekomen. De activiteiten bleven echter bestaan maar kwamen onder de vleugels van en in de lokalen van de CEPIC waarvan Vanden Boeynants enkele maanden later voorzitter werd; (bron 1 p. 150 -151)

Volgens Guy Bouten is de fameuse 'monsieur X' van een nota die voor de minister van Justitie Jean Gol wordt opgesteld door zijn kabinetschef Nicolas de Kerkove op 21 januari 1986 dhr Bougerol die zich al jaren bezighoudt met inlichtingenwerk. In de nota stellen ze dat zowel de Franse als de Belgische inlichtingendiensten zich bezighouden met hem en dat de instructies mondeling worden medegedeeld. De grote schrik in de nota is dat Bougerol "en fasse spontanément trop" omdat hij "imprévisible, inconséquent, égocentrique, mégalo-mythomane et sans doute masochiste" is. Men moet hem dus "maintenir en place.... pour lui éviter de trop sérieux ennuis." De vraag die hier werd gesteld is wat dhr Bougerol zou weten dat zowel de inlichtingendiensten als MInister van Justitie zo verontrust in 1986 ? (bron 5 p. 266-268)

Latinus werkte dankzij sterke aanbevelingsbrieven van Vanden Boeynants en andere vooraanstaande CEPIC leden op de RVA en uiteindelijk op het kabinet van staatssecretaris Goor. Hij was er verantwoordelijk voor de bijzondere tewerkstellingsprojecten waarmee werklozen ervaring konden opdoen bij organisaties. Vanop die positie had hij toegang tot een groot aantal progressieve organisaties die hiervan afhankelijk waren. Latinus was ondertussen "reserveluitenant bij de luchtmacht, betaald informant bij de staatsveiligheid en lid van de militaire parallelle militaire inlichtingendienst PIO" (bron 1 p111)

Voor Latinus ontmaskerd werd door Pour omdat hij als RVA verantwoordelijke de extreemrechse vriendin Beatrice Bosquet van de schutter in de Rotonde aan een job had geholpen. Latinus kreeg een huiszoeking omdat ze op zoek waren naar Jean-marie Paul tijdens dewelke ze een riotgun en andere wapens vonden alsook zijn illegale Spaanse vriendin die het land moest verlaten. Latinus dacht dat Commissaris Christian Smets het lek was omdat hij wou beletten dat hij kon slagen op zijn tweede proef bij de staatsveiligheid. In het tweede artikel in Pour werd hij voorgesteld als opkomend leider in de Front de la Jeunesse. Na 5 onwettige afwezigheid werd hij ontslagen op het kabinet Goor. Ook de staatsveiligheid stopte zijn maandelijks 150 euro als informant in ruil voor inlichtingen over progressieve bewegingen. Eerst was dit voor commissaris Smets. (bron 4 p. 271)

Het kaartensysteem van de Front de la Jeunesse was gestolen door de WNP maar volgens Dossogne was het een windscherm om de indruk te geven dat ze een ernstige beweging waren. (bron 4 p. 279) Hij zou die fiches over duizenden linkse militanten na zijn terugkeer in België gebruiken om samen met de resterende l eden van Delta Noord WNP op te richten. Volgens Walter De Bock in de Morgen is de WNP misschien zelfs opgericht door de PIO of werd ze door deze parallelle militaire inlichtingendienst getolereerd. (bron 1 p. 113)

Latinus legde ook conttacten met veel verschillende vlaamse rechts extremische groepen waaronder VMO, WereDi, Voorpost, Sint Maartenfonds (ex oostfrontstrijders). WNP verzorgde de ordedienst voor Voorpost op de ijzerbedevaart in 1981. In Vlaanderen trok WNP ex VMO'ers aan en had ze afdelingen in Antwerpen en Gent. In Wallonië had ze afdelingen in Charleroi en Luik. De grootste en belangrijkste was in Brus sel gevestigd. (bron 1 p114) Extreemrechtse rijkswachters geven ook trainingskampen aan de VMO en de Front de la Jeunesse in La Roche. (bron 1 p. 147)

Latinus vertelde ook dat hij in opdracht moest infiltreren in het Front de la Jeunesse om na te gaan in hoeVerre ze gemanipuleerd werd door het Oostblok. Hij was daarom doorgedrongen tot de inlichtingendienst Van de organisatie.(bron 4 p. 240) FJ had zo'n 1500 leden volgens de staatsveiligheid. (bron 4 p. 241)

Hij werd ook geholpen door Jean-François Ferrari Calmette alias Le Marsaillais die behoorde tot de Franse terreurbeweging OAS. Latinus vertrok naar Chili met zijn vriend Calmette voor 2 maanden waar ze verbleven bij de familie De Cuevas. De man was een berooide Chileense markies George de Cuevas die getrouwd was met de lievelingskleindochter en belangrijke erfgenome van John D. Rockefeller, Margaret Strong. (bron 4 p. 272)

In België was hij tot 1981 bewakingsagent bij de firma Wackenhut waar hij ook Marcel Barbier en Eric Lammers in dienst neemt. Maar ze werden allemaal later ontslagen wegens racistische incidenten o.a. in City2. Hij was ook trainer van de groep Diane van de verboden gevechtssport Full-Contact. Hij had er contacten met Boubouche en Beijer. Tegelijk zou hij huurlingen ronselen voor het apartheidsbewind in Zuid-Afrika via het Brusselse huurlingenagentschap Contact en zou hij in een boerderij wapens testen en paramilitaire trainingen organiseren. Per huurling zou hij 150.000 frank verdienen. (bron 1 p. 113)

Latinus was in contact gekomen met hem omdat die ook instructeur was tijdens de trainingskampen van het Front de la Jeunesse en de nieuwe extreemrechtse militie 'Nouvelle Sparte'. Hij stichtte tevens een privé school voor de vorming van veiligheidsagenten en organisserde de ordedienst voor zowel het jaarlijks bal van Paul vanden Boeynants als voor de Eurodroit meeting in 1979 in Brussel waar de leider Almirante van de toen nog Italiaanse fascistische partij MSI kwam spreken. (bron 1 p.113)

Hij werd door andere WNP leden ervan beschuldigd deel uit te maken van de bende. (bron 5 p. 185) Of hij werd ervan beschuldigd een harde kern van de WNP op te leiden. Een vlaamse 'Reus' zou deel Uitmaken van deze groep. Deze groep van 15 voor gewelddadige acties zou bestaan uit 7 personen Voor de actie zelf terwijl de rest zich enkel bezighoudt met de logistieke vragen. Onder andere een vrouw, een wapenhandelaar en een garagist zouden deel uitmaken van deze groep. (bron 5 p. 186)

Een verdachte vrouw werd tijdens enkele aanvallen opgemerkt (bron 5 p. 187) Weykamp was Garagist.

Op het einde van zijn leven is de grote controleur Latinus echter in een sukkelstraatje terechtgekomen. Op het einde had Latinus geen stempelgeld en leefde op kosten van familie en vrienden en van zijn bazen had hij niets meer gehoord. Hij besefte dat hij zich had misrekend en was bang dat hij gemanipuleerd was. (bron 4 p. 274) Hij was marginaal geworden want de afgelopen 3 jaar had hij geen vast baan, geen vast inkomen en geen vooruitzicht om er ooit nog te hebben. Ook niet bij de staatsvei- ligheid. (bron 4 p. 275) Hij was in feite berooid en moest proberen te schooien om een job te hebben. (bron 4 p. 276) Tevens woonde hij in een bungalow met een gescheiden werkloze vrouw die dronk en na grote ruzies ging hij terug bij zijn moeder wonen. (bron 4 p. 276) Hij kwam ook niet meer bij de WNP en vrienden had hij daar niet. (bron 4 p. 278)

Latinus kom in 1984 in zeer verdachte omstandigheden om het leven. Hij heeft 2g alcohol per liter bloed en hangt aan een telefoondraad in de kelder te bengelen. Het is onderzoeksrechter Schlicker die het dossier op zich neemt en de gendarmen Bihay en Balfroid doen het onderzoek. De eerste conclusie van de dokter Paul Chailly wordt direct in twijfel getrokken omdat de telefoondraad niet sterk genoeg zou zijn om op te hangen. (bron 5 p. 183) De techniek waarmee Latinus vermoord werd was algemeen gekend bij WNP'er Calmette en Barbier en bij de rijkswacht maar de onderzoeksrechter liet niet onderzoeken of Latinus op specifiek die wijze werd gedood. (bron 4 p. 287) Latinus werd 2 keer opgegraven en drie keer begraven en op basis van de breuk van zijn tongbeen zouden pathologen hebben bewezen dat hij werd gewurgd. (bron 4 p. 291)

Men probeert verschillende keren het dossier te heropenen maar 'onder druk van de advocaat-generaal wordt het dossier eind 1986 afgesloten". Zelfs indien niemand nog gelooft in zelfmoord. Onderzoeksrechter Schlicker is daar stellig van overtuigd maar voor de parlementaire onderzoekscommissie antwoordt hij dit op de vraag waarom het onderzoek niet werd verder gezet "ik heb een familie te voeden, ik ben geen miljonair." (bron 1 p. 109) Minister van Justitie Wathelet opent in 1989 toch een onderzoek maar men stelt vast dat "verschillende stukken uit de bundel verdwenen zijn waaronder een proces verbaal dat betrekking heeft op Faez Al Ajjaz." (bron 1 p 110) Pas later werd publiek dat de rijkswacht tot 1985 een eigen parallelle onderzoek had gevoerd op basis van stukken die ze hadden aangetroffen naast het lijk van Latinus "waarop mogelijk zijn opdracht- gevers te zien zijn;" Schlicker werd hier niet van op de hoogte gebracht. (bron 1 p. 117) Commissaris bij de gerechtelijke politie Georges Marnette die Paul Latinus vele keren heeft ondervraagd en hem 'als informant is gaan gebruiken' is één van de laatste die met hem contact heeft gehad is er van overtuigd dat het geen zelfmoord is. Latinus had informatie over een drugszaak. (bron 1 p 132) Maar volgens WNP lid Saucez zouden die verklaringen gaan over "révelations sur les auteur des tueries du Brabant". (bron 5 p. 185)

Boubouche die een medewerker van WNP was zei nadien 'ainsi meurent les traitres". (bron 5 p. 184) Boubouche had met Latinus een relatie opgebouwd en hem in 1982 het dossier van de redacteur van Pour Garot gegeven. Hij was een auxilaire en lostte af en toe een probleem op. Hij had trouwens zelf contact gezocht. (bron 4 p. 295)

Volgens zijn moeder was Latinus ook chauffeur geweest van een liberaal minister die in Leuven een afspraak had met een andere politieke personaliteit om te spreken over de plannen van een staatsgreep maar "personne n'ose vraiment l'ecrire noir sur blanc' (bron 5 p. 184) Doet denken aan de bankier.

B. Financier ? Faez Al Ajjaz

Hij woonde tussen 1980 en 1983 in België en probeerde hier "voor verschillende buitenlandse mogendheden een inlichtingendienst uit te bouwen samen met zijn broer. Latinus was zijn chauffeur. Hij had nochtans een enorm financieel vermogen en financierde ook het Front de la Jeunesse. De staatsveiligheid had niet kunnen achterhalen welke nationaliteit hij in feite had. (bron 4 p. 275) Faez werd nadien veroordeeld voor oplichting van de verzekeringen en verliet België al kwam hij vaak in Brussel. Hij gaf toe dat Latinus ook spionage opdrachten voor hem had uitgevoerd. " (bron 4 p 276)

2.2. Operaties

De kans dat de WNP zelf deel had uitgemaakt van de Bende is klein. Tijdens de bloedigste raids in 1985 was WNP leider Latinus dood, Barbier zat in de cel en de andere leden waren opgesplitst in clans die elkaar naar het leven stonden. (bron 4 p. 297)

Volgens Dossogne zouden de leden van WNP altijd gewapend zijn en was de slachting in Anderlecht een test omdat "de leiding wou zien hoe ver sommige leden wilden gaan. Ze werden gedwongen om hun handen vuil te maken zodat ze op elk moment konden worden gechanteerd." Aan de andere kant waren ze "soms zo onwaar- schijnlijk klunzig bezig. Ze begingen verbijsterende stommiteiten. En toch hebben ze jarenlang ongemoeid hun gang kunnen gaan. Ze werden beschermd.(bron 2 p. 102) "Ik ben overtuigd dat WNP door een Belgische overheidsdienst werd opgericht.... Latinus heeft voor de staatsveiligheid gewerkt. De bende moet je bij de WNP zoeken. (bron 2 p. 103)

Ze braken binnen bij de extreemrechtse wapenhandelaar Herman Geschier in Antwerpen omdat die de staats- veilighied zou informeren over extreemrechts. Niemand wordt ondanks de bewijzen hiervoor verontrust (bron 4 p. 229)

Het is ook opvallend dat de organisatie nooit enig geldgebrek want en dat alle leden kredietkaarten hadden op naam van de organisatie. Dit alles maakt op de nieuwe leden "facilement impressionable et manipulables" een diepe indruk. (bron 5 p. 179) Ze had ook enkele huizen ter beschikking waar haar militanten konden verblijven waaronder een flat van CEPIC bestuurslid Bernard Mercier. Enkele WNP leden hielpen de verkiezingscampagne van Noël de Burlin van het CEPIC (PSC). (bron 1 p. 117)

De WNP zou teven zijn betrokken bij trainingskampen in Libië. Dit dossier werd "nooit ten gronde onder zocht". Latinus zou gecontacteerd zijn Jo Jeandrain die stelde dat de Lybische ambassade huurlingen ronselde in Brussel. Dit zou gebeuren via Houssine Assouli die werkte voor een secretaris op die ambassade en belast was met 'internationale contacten'. Ze zouden een budget van 150 miljoen BF hebben. Eric Lammers dacht dat het de bedoeling was dat ze zouden gaan vechten aan de zijde van de rechtse falangisten in Libanon. (bron 1 p. 119) Latinus zou via Al Ajjaz aan de BOB'er Goffinon hebben voorgesteld om WNP deze filière te laten infiltreren maar Goffinon zei dat zijn oversten niet bereid waren om deze operatie te dekken. Maar de leden van de WNP weigerden omdat ze het verhaal niet geloofwaardig vonden. (bron 1 p. 120)

De belangrijkste operatie van de WNP waardoor ze jarenlang alle persaandacht kreeg was de vraag of ze de staatsveiligheid gemanipuleerd had dan wel werd gestuurd door de staatsveiligheid. Wie had wie geïnfiltreerd ?

Christian Smets was op de staatsveiligheid verantwoordelijk voor de informatieverwerving over extreem- rechts. Latinus onthulde hem het bestaan van de geheime WNP en stelde voor dat hij hen lessen zou geven in schaduwtechnieken. Smets mocht dit doen in overleg met zijn superieuren om te proberen om de beweging te infiltreren. Hij gaf enkele typische standaard theoretische lessen zonder te weten dat Latinus de deelnemers achteraf praktische oefeningen liet uitvoeren die volgens hem kaderden in een internationale antiterroristische actie onder leiding van de staatsveiligheid. Eind 1981 moesten de militanten het huis observeren van twee KGB agenten in Anderlecht maar dat hetzelfde huis was waar in februari twee rituele moorden werden gepleegd. Toen dit verhaal in september 1983 publiek werd sleurde Latinus Smets mee in het verhaal. (bron 1 p. 115)

De operatie start in feite wanneer Barbier wordt aangehouden op 17 augustus 1983 wanneer hij in dronken toestand op straat met een revolver staat te zwaaien en op een voorbijganger heeft geschoten. Onderzoeksrechter Lyna laat onmiddellijk een huiszoeking uitvoeren. De onderzoekers treffen er wapens, zender-ontvanger, nazistische tijdschriften en "stapels geheime navo-documenten, decoderingsroosters, blanco toegangsbewijzen voor de kazerne van de generale staf van het leger in Evere. (bron 1 p. 104)

Marcel Barbier begint volop over WNP te praten. De rechter Lyna zet haar beste agent van de Brusselse Gerechtelijke politie Georges Marnette op het dossier en die nodigt Latinus uit voor een verhoor. In plaats van niks te zeggen begint Latinus ook honderuit te vertellen over WNP. Maar het is wel een mengsel van "morceaux de verérité avec quelques mensonges, omissions et exagérations.' (bron 5 p.177) Hij zegt Marciel Barbier en Eric Lammers de moord hebben gepleegd en betrekt ondertussen Ook de staatsveiligheid via agent Christian Smets in het verhaal. Rechter Lyna verkrijgt ondertussen Ook de ledenlijst van WNP die op dat moment een 10 tal actieve leden betreft. (bron 5 p. 181)

De twee agenten van de staatsveiligheid die betrokken worden in het verhaal zijn Inspecteur Christian de roock en Commissaris Christian Smets. De oefening die ze gaven aan de WNP leden was het schaDuwen van een dame die werd voorgesteld als één van vele maitresses van Carlos, de meest gezochte Terrorist van Europa op dat ogenblik. De deelnemers dachten allen dat ze werkten in opdracht en onder toezicht van de staatsveiligheid voor de veiligheid van hun land.De twee agenten maakten wel een verslag aan hun oversten maar de gerechtelijke autoriteiten werden nooit ingelicht. Rechter Lyna Gaat dan maar over tot een huiszoeking op de zetel van de staatsveiligheid maar Albert Raes stelt dat De hoogste autoriteiten van het land wel op de hoogte zijn (bron 5 p. 182)

De staatsveiligheid had het nodig gevonden om te infiltreren omdat in 1981 een extreemrechtse miliTant een informant een bierviltje had gegeven met 5 namen van informanten en hun codenummer. De dienst had dus een lek van binnen naar extreemrechts en moest dat vinden. De BOB infosectie Had hetzelfde probleem met haar politieke fiches over linkse personen die in handen van extreemRechts waren terechtgekomen. (bron 4 p. 247)

De rol van de rijkswacht in dit verhaal is ronduit vreemd te noemen. Volgens sommige politiebronnen maakten twaalf rijkswachters deel uit van WNP waaronder Lucien Marbaix en Boubouche. Nochtans was de top van de rijkswacht reeds 17 maanden hiervan (april 1984) op de hoogte vooraleer ze optrad nadat er atikels over in De Morgen en LeSoir verschenen. (bron 1 p. 116)

Latinus heeft ook geprobeerd om agent te worden bij de staatsveiligheid om zo beter te kunnen infiltreren, maar hij slaagt niet en wordt slechts een betaalde informant van commissaris Victor Massart op aanraden van een lid van de veiligheidsdiensten van de Europese Gemeenschap omdat Latinus over informatie zou beschikken over zowel extreemrechts als extreemlinks. (bron 5 p 179-180)

Nog vreemder is dat delen van de archieven van het WNP onder "de ogen van de toezichthoudende politie" door Fons Jacobs zouden zijn weggenomen. Hij is een relatie van Herman Geschier die de wapenhandelaar Ekkerhard Weil een vriend van De Bonvoisin zou hebben helpen vluchten. (bron 1 p. 117-118)

Het onderzoek naar de dubbele moord zelf is een verhaal op zich. Om dit verhaal te begrijpen moet je het zo lezen. "er is nooit een onderzoek naar de dubbele moord geweest.... het onderzoek naar de dubbele moord werd geleid door de daders. Zij maakten hun groep bekend, zij gaven zichzelf aan, zij leverden de aantuigingen en de getuigen...." (bron 4 p. 230) Doordat het dossier van de moord op Latinus werd toegevoegd aan het dossier van de dubbele moord op vraag van de advokaten van Barbier en Lammers in 1987 werd het onderzoek geseponeerd. (bron 4 p. 288) Barbier werd door de jury veroordeeld tot de doodstraf wat werd omgezet tot levenslang en hij moet 5000 Euro schadeloosstelling betalen. (bron 4 p. 290) De onderzoeker van de Bende van Nijvel kwam in 1989 tot de vaststelling dat ondanks de veroordeling in 1987. Door het hof van assissen van Brabant Barbier de moord niet had gedaan. " (bron 4 p. 230) Lammers Werd vrijgesproken maar heeft de moord nadien bekend bij de cel Waals Brabant omdat hij er niet Opnieuw voor kon worden veroordeeld. (bron 4 p. 231) Commissaris Georges Marnette was ook niet akkoord dat de groepsverzekering een rol had gespeeld want de vriendin van Barbier had toch wel de 170.000 euro levensverzekering gekregen van haar ex-man. (bron 4 p. 239, 290)

De eventuele linken met de Bende

Leden van de WNP kregen als missie om warenhuizen te observeren en de sluitingsuren, het aantal werknemers, de dichtstbijzijnde politieposten en andere informaties te verzamelen. (bron 5 p. 185)

Een groot aantal technische onderzoeken vinden plaats maar er worden geen bewijzen gevonden. In 2012 begint rechter Martine Michel een serie nieuwe huiszoekingen bij zowel Albert Raes van de staatsveiligheid als bij verschillende ex leden van de WNP. Christian Smets verklaart ondertussen dat hij sinds 1988 reeds gedurende tientallen uren werd ondervraagd. In 1994 ondergaat hij een leugendetectortest. Hij vindt het vooral raar dat men ervan uitgaat dat men na 27 jaar als ex-spion nog dingen thuis zou vinden. Het vreemde is echter dat de gerechtelijke autoriteiten Calmette niet weten te vinden. (bron 5 p. 189)

2.3. Andere WNP - Leden

A. Marcel Lekeu

WNP'er Lekeu was als rijkswachter verantwoordelijk voor de training van een groep die door het luik banditisme schrik moest aanjagen. "Ik was één van de specialisten die jonge kerels met rechtse trekken een opleiding moest geven, ze moest kneden tot een getrainde bende die tot alles bereid was. Daarnaast moest ik alle contact met hen verbreken zodat ze als een zelfstandige groep konden voortbestaan en overvallen plegen, zonder dat ze beseffen dat ze deel uitmaakten van een uitgekiend komplot" om een staatsgreep te plegen. (bron 1 p. 146) Het Delta team bende-onderzoekers onder leiding van onderzoeksrechter Freddy Troch heeft in 1989 een tiental leden van Groep G (WNP) kunnen ondervragen. Ze acht het "beslist niet uitgesloten dat leden van de Groep G deel uitmaken van WNP en van de Bende Van Nijvel. (bron 1 p. 153)

Hij zegt dat hij het Brusselse extreemrechtse milieu infiltreerde voor een buitenlandse geheime dienst die hij niet bij naam wilt noemen. het zou om de Israelische Mossad gaan want bij de zesdaagse oorlog is hij zich als vrijwilliger gaan aanmelden op de Israëlische ambassade in Brussel. Hij was er niet nodig (bron 2 p. 38) Later zou hij als rijkswachter Russische joden hebben geholpen om illegaal naar Israël te vertrekken. (bron 2 p.39)

Hij zegt dat de buitenlandse dienst het goed meende met België maar dat ze merkten dat een komplot werd gesmeed en dat "rijkswacht, justitie en politici weigerden tussenbeide te komen. De dienst wilde helpen voorkomen dat extreem-rechts zijn plannen kon uitwerken." Dat is veel moeilijker in een bevriend land. Hij zegt dat die dienst de zak wapens in Ronquières heeft geworpen "om het onderzoek voort te helpen". (bron 2 p. 44) Volgens hem had Latinus hem verteld dat "een organisatie achter de bende-moorden zit waaronder een aantal rijkswachtkolonels." Hij had het onder andere over Militis en Beaurir. Latinus is volgens hem geëlimineerd "door mijn buitenlandse dienst." '(bron 2 p. 45)

Hij zegt ook dat hij twee keer bij Degrelle is gegaan via ex-ss'ers die jongeren doorstuurde naar Degrelle in opdracht van de onbekende geheime dienst. Jean Bultot kon volgens hem ontsnappen omdat hij de oude ratline kon gebruiken die vroeger toeliet om via Degrelle in Spanje nazi's na de oorlog naar latijns amerika te sturen. (bron 2 p. 39)

Hij was ook in contact met Didier Mievis die volgens hem het politieke fichesysteem van de rijkswacht op het centraal bureau voor inlichtingen kopieerde en doorgaf aan Dossogne. Hij heeft daarover een rapport opgesteld voor majoor claude Tratsaert die toen districtscommandant was in Brussel. De general staf heeft daarvoor Tratsaert op de vingers getikt maar niet Didier Mievis. (bron 2 p. 40)

Hij gelooft ook dat de CCC door rijkswachters was opgezet of gemanipuleerd. (bron 2 p. 41) Lekeu heeft ooit gezegd dat binnen de Front de la Jeunesse plannen bestonden om een linkse beweging op te richten. Binnen de WNP probeerde Felix Deceulaerde uit Antwerpen om te infilteren in de communistische partij van Borgerhout waar hij ontmaskerd werd toen de partijsecretaris bij een onverwacht huisbezoek nazi affiches aan de muur zag. Felix hield zich dan maar bezig met het oprichten van het extreemrechtse Stahlhelm (bron 4 p. 267)

Michel Leurquin vraagt zich af of Lekeu geen dubbel spel speelt zoals eens spion die andere personen in opspraak brengt om zichzelf buiten schot te houden want Lekeu heeft zelf confidentiële informatie aan extreemrechts geleverd. (bron 5 p. 161) Hij werd er tevens van verdacht betrokken te zijn bij de overval bij Dekaize, een wapenhandel met Boubouche en de leider te zijn van enkele van de aanvallen. (bron 5 p. 162) Hij was niet van dienst tijdens de aanvallen te Tamise, Ohain en Nivelles (bron 5 p. 162) Er is echter geen enkel materieel bewijs en voor Tamise zou hij op het vliegtuig naar Spanje gezeten hebben. Volgens andere is hij een overdrijver of een manipulator.

Hij is gevlucht naar de VS toen hij hoorde dat onderzoeksrechter Troch met hem wou spreken. "want als bepaalde mensen te weten zouden komen dat ik met Troch praat, dan mollen ze mij...rijkswachters, militairen'. Maar "wat ik over de bende weet, is op dit moment mijn enige bescherming. Ik kan en wil nu nog niet alles vertellen. (bron 2 p. 37) want "zoveel getuigen uit de weg geruimd." want "al die overvallen hangen samen" en "er zijn nog rijkswachters die kunnen praten maar ze zullen het niet doen. Want wie zijn mond opendoet, gaat eraan. " (bron 2 p. 38) Tevens vertrouwde hij het onderzoeksteam van Troch niet omdat er teveel rijkswachters zaten. (bron 2 p. 43)

In de VS werkt Leskeu officieel voor de DEA (bron 5 p.162) Lekeu overlijdt in de VS aan terminale kanker juist op het moment dat zijn Green card wordt ingetrokken en hij de VS moet verlaten.

B. Marcel Barbier is ex lid van Front de la Jeunesse net zoals zijn compaan Michel Libert die op hetzelfde adres woont. (bron 1 p.105) Hij werd gekozen door Latinus omwille van zijn fysieke kracht.

Hij werd ook verdacht van de rituele moorden in 1982 in Anderlecht maar waar Barbier tijdelijk wordt geholpen door het zogenaamde alibi van zijn extreemrechtse vrienden. Nadien geeft hij toch bekentenissen. Op 30 oktober 1984 wordt hij veroordeeld voor de schietpartij en in 1987 voor de moord.

C. Michel Libert werd door Latinus gekozen omdat hij slim was.

Libert erkent dat hij de geheime documenten van de NAVO heeft gestolen toen hij als beroepsmilitair op het transmissiecentrum van de generale staf werkte als beroepsmilitair tot september 1982. (bron 1 p. 105) WNP was tussen 1980 en 1983 met 7 militairen geïnfiltreerd in het transmissiecentrum van de generale staf te Evere. De geheime telexen werden gedecodeerd en gepubliceerd in een speciaal tijdschrift. (bron 1 p113-114)

D. Het WNP lid Eric Lammers kreeg in 1984 een gevangenisstraf wegens diefstal van een vrachtwagen met malborosigaretten. Hij had tevens bij baron de Broqueville 8 Ensorschilderijen gestolen en de baron verplicht om cheques te tekenen die hij in Italië zou verzilveren. Hij komt in 1988 niet terug uit penitair verlof naar Verviers waar korte tijd later ook twee andere zware gangster ontsnappen. Jean Claude Vits had in 1986 twee rijkswachters neergeschoten en Alain Peeters had de echtgenoot van zijn vriendin vermoord.

Op 13 april 1988 worden twee diamantairs in de Antwerpse Rijstraat beroofd voor een waarde van 3 mil BF en vermoord. (bron 1 p. 107) Op 17 april wordt in een villa in Zoersel het lijk aangetroffen van Louis Jambé die met dezelfde wapens blijkt te zijn afgemaakt. Ondertussen ontdekken de speurders het drietal in Eindhoven waar ze door de Nederlandse politie worden aangehouden en uitgeleverd. (bron 1 p 108) in 1991 wordt hij veroordeeld tot levenslang voor de moord op twee diamantairs in Antwerpen.

Eric Lammers werd in maart 2012 vrijgesproken wegens het bepotelen van een kind onder 10 jaar. Hij was al Eens in 2004 veroordeeld voor het bezit van kinderporno en her vervoeren van een lijk.

E. De rijkswachter Lucien Marbaix was ook de stichter van de occulte neonazistische sekte Les Compagnon du Christ Graal. (bron 1 p. 139)

2.4. Operatie staatsgreep

In feite zijn er twee keer plannen geweest bij een aantal personen om een poging tot staatsgreep te plegen. De eerste dateren uit 1973 en vallen samen met de NEM clubs, de voorlopers van de Groupe G en de tweede uit begin jaren 1980 tijdens de aanslagen van CCC en de Bende. Over de eerste plannen is ondertussen al heel wat geweten en zijn deze vanuit de groep gecontacteerden gesaboteerd door ze publiek te maken en zo de urgentie van officieuze interventie duidelijk te maken terwijl het niet duidelijk was of de tweede serie plannen bij een aantal personen al concreter werd dan het geliefkoosde gekomplotteer in bepaalde kringen op dat moment.

Wat wel opvalt is dat de plannen moeten gesitueerd worden in dezelfde activistische middens. Uit de NEM clubs zullen later de Front de la Jeunesse en Groupe G ontstaan.

Het is wel belangrijk dat we voor ogen houden dat het duidelijk NIET de bedoeling was om een staatsgreep te plegen. Die plannen van oudgedienden van 1973 waren voorlopers (1981) van de bende en het was ook duidelijk dat op geen enkel moment een staatsgreep echt nodig was. Het kan wel zijn dat er afspraken tussen bepaalde individuen waren, dat er wapens werden gestockeerd en dat bepaalde troepen- of rijkswachtbewegingen of plannen daartoe zouden hebben kunnen plaatsvinden maar dit is nog iets heel anders dan echte plannen voor een echte staatsgreep. Het voordeel van deze plannen is dat ze de ingewijden een gevoel van macht en samen- horigheid geven en zich aan elkaar verbinden omdat ze zich in een grijze zone van illegaliteit bewegen maar het nadeel is dat als ze serieus worden genomen als ze te vroeg uitkomen dat ze alle democratische krachten kunnen doen wakker schudden vooraleer men door de staatsgreep de machtsposities en instrumenten heeft overgenomen.

Er waren waarschijnlijk wel destabilisatieplannen of bepaalde kringen hebben handig gebruik gemaakt van de politieke, politionele en juridische chaos om hun eigen positie of die van de instelling rijkswacht te versterken en waren misschien op de hoogte van het gekonkelfoes of van verdachte activiteiten van bepaalde personen maar vonden het toen raadzamer van op een veilige afstand met enige ontkenningsmogelijkheden gewoon naar het schouwspel te kijken en na te denken hoe men er het beste van kon profiteren.

Het meest grappige in feite is dat indien we de geschiedenis de laatste 30 jaar overlopen juist het tegenovergestelde is gebeurd. De militair geschoolde ongecontroleerde rijkswacht is opgegaan in een burgerlijke politie met een externe controledienst en parlementaire toezicht. Justitie heeft hervormingen moeten aanvaarden en moet steeds meer maatschappelijke verantwoording afleggen al is dit nog altijd niet even ver gevorderd als bij de politie. De inlichtingendiensten hebben een duidelijk juridisch kader gekregen en ondervinden nu enige parlementaire controle. Het is dus moeilijk om van een vergroting van de macht van de veiligheidsdiensten te spreken of van een stille staatsgreep. Indien er een machtsgreep was, dan was dit één van het parlement op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

A. Staatsgreepplannen 1973

Minister van Defensie Vanden Boeynants had van 1972 tot 1978 de politieke voogdij over de rijkswacht. Deze viel dus niet onder Binnenlandse zaken want de rijkswacht werd niet als politie beschouwd. Vandenboeynants was toen ook voorzitter van de CEPIC of de zeer rechtse vleugel van de toen nog machtige PSC. Het was onder VandenBoeynant dat het leger een parallelle geheime politieke inlichtingendienst Public Information Office oprichtte

Men dient ook goed te beseffen dat in die bewogen sociale en politieke tijden de Koninklijke vereniging van Reserve-officieren (KNVRO) de enige erkende beroepsvereniging was door minister van defensie Vanden Boeynants. Ze beschikte over een 8000 leden in 34 afdelingen over het hele land en hield zich vooral bezig met het Rode Gevaar en de binnenlandse subversie. VandenBoeynants wilde die het hoofd bieden door meer soldaten naar Duitsland te sturen en door een geïntegreerd commando op te richten waarin rijkswacht, civiele bescherming, economische zaken, volksgezondheid, openbare werken, binnenlandse zaken, justitie en de PTT onder militair bevel werden geplaatst. Hij wou ook het aantal vrijstellingen voor dienstplicht drastisch verminderen en het leger zou de bevolking massaal informeren over het rode gevaar. (bron 1 p. 160) Door de massale stakingen en betogingen werd het plan echter nooit gerealiseerd

Toen VandenBoeynants in 1972 minister van defensie was planden een dertigtal luikse leger officieren (Rode Haan) en veertigtal Vlaamse (zwarte Leeuw) met de steun van enkele rijkswachters en onbekend gebleven prominenten een staatsgreep. Ze konden ook de steunen op de leesclubs van Nouvel Europe Magazine die onder leiding stonden van majoor Bougerol. Maar in 1973 werd hun wapenopslagplaats in een garage in Luik ontdekt. (bron 1 p. 156). Als prominenten worden ook een graaf Arnould De Briey en kolonel Militis genoemd. Het werd ook afgelast "tengevolge een communautaire rel tussen Vlaamse en de waalse vleugel. (bron 1 p. 157) Kolonel Militis kende VMO leider Bert Eriksson goed want beiden hebben als vrijwilliger in de Koreaanse oorlog gevochten. (bron 1 p. 163)

De bekende notaris Paul Daels uit Mechelen "zou na de coup de politieke leiding in Vlaanderen in handen nemen". Hij had een grote invloed in de Vlaamse beweging en maakte deel uit van de leiding van de Zwarte Leeuw. Hij was tot zijn dood in 1988 voorzitter van het Ijzerbedevaartcomité. Tijdens de oorlog was hij een prominent lid van de Nationaal Socialistische jeugd (NSJV) en kreeg hiervoor na de oorlog 2 jaar gevangenis - straf. In hun tijdschrift had hij als gouwleider de vlaamse jongeren opgeroepen om naar het Oostfront te gaan vechten.

Het was wel hij die op de valreep de communautaire rel met de Waalse groep uitlokte "toen hij merkte dat het geld en de wapens voor de staatsgreep klaarlagen" (bron 1 p. 165) Samen met Hubert Lampo die was aangezocht door een oude vriend en oud-koloniaal om minister van cultuur te worden in de nieuwe regering organiseerde hij met Paul Daels media 1973 de ondertussen beruchte artikels in Gazet van Antwerpen, Spécial en Knack. Ze contacteerden ook verschillende prominente ministers. (bron 1 p. 167)

Volgens een onderzoek van de staatsveiligheid "zou er niets aan de hand zijn" volgens Minister van justitie Vanderpoorten. ((bron 1 p. 168) Nochtans was er het rapport van BOB'er Tratsaert (1976) over extreemrechtse complotten binnen de rijkswacht waarmee de voogdijminister toen niets deed. (bron 1 p. 168)

De plannen voor de staatsgreep in 1973 werden trouwens gevonden in de kantoren van Kirschen vennoot Hilaire Beelen tijdens een huiszoeking in 1986 in het kader van een grootschalige fraude. Onderzoeksrechter Benoît Dejemeppe heeft deze documenten niet in het dossier behouden omdat ze volgens hem verjaard waren. Minister van Justitie Gol was een goede kennis van Beelen. (bron 1 p 170)

B. Staatsgreepgeruchten 1981

Bankier Finné was een informant van luitenant-kolonel Vernaillen die hem informeerde over een plan tot staatgreep. (bron 1 p. 143) Volgens hem waren VandenBoeynants jean Militis (ex PRL), José Desmarets (PSC) en de gewezen stafchef van het leger luitenant-generaal Vivario procureur Raymond Charles en gewezen rijkswachtgeneraal Beaurir hierbij betrokken. (bron 1 p. 155) De inlichtingen van Finné werden trouwens geloofd omdat hij in 1973 ook al geïnformeerd was over een plan tot staatsgreep.

De plannen zouden volgens een zitting achter gesloten deuren van de parlementaire onderzoekscomMissie met een strikte geheimhouding niet zijn doorgegaan omdat de belangrijke politicus die was aanGezocht om nadien de leiding te nemen van het nieuwe regime slechts 2 uur op voorhand werd ingeLicht (dit hadden ze dan toch geleerd uit 1973). "Cette personalié a refusé. Et tout s'est arrêté". De Rijkswachtcommandant noemde bepaalde troepenbewegingen die toen plaatsvonden "oefeningen".(bron 5 p. 235)

De bankier was een slachtoffer van de Bende van Nijvel. Indien de Bende van Nijvel verbonden is met Groupe G dan is een ultieme afrekening wegens verraad niet onmogelijk.

Beaurir was trouwens niet onbesproken omdat hij tijdens de bezetting in de rijkswachtschool voor kandidaat-officieren in 1942 de "nazi-gezinde verklaring van getrouwheid" aflegde. Nadien bestreed hij in Wallonië de weerstand terwijl de rijkswacht onder kolonel Adriaan Van Coppenolle redelijk samenwerkte met de bezetter. (bron 1 p 161) Na de oorlog had dit geen invloed op zijn verdere carrière bij de rijkswacht.

Procureur Raymond Charles was een goede vriend van VandenBoeynants. Tijdens zijn voorzitterschap van het Hoog Comité van Toezicht (dat corruptie moest bestrijden) verdween "op mysterieuse wijze" een dossier van die administratie over een "frauduleuze combine" waarbij een aantal CEPIC figuren fondsen verzamelden voor de verkiezingscampagne van Vandenboeynants "door leger-leveranciers onder druk te zetten". Hij was en bleef ook goed bevriend met Commandant François van de NBD (bron 1 p. 165)

Minister van Justitie Jean Gol herhaalde de stelling in 1987 dat er geen plannen voor een staatsgreep waren. Dit kan natuurlijk een semantische woordkeuze zijn. Nochtans zijn er verschillende rapporten van BOB'ers die dergelijke informatie bevatten.

Er is het rapport van de BOB'er Bihay (1985) over extreemrechtse complotten binnen de rijkswacht waarmee de voogdijminister toen niets deed. (bron 1 p. 168)

Adjudant chef Dussart van de Waverse BOB verklaarde achter gesloten deuren voor de parlementaire onderzoekscommissie in 1989 dat hij in december 1985 en maart 1986 werd gecontacteerd door personen uit de hoge adel (Opus Dei) over een complot tot destabilisatie om meer macht aan de koning te kunnen geven. Hij wou geen namen noemen "om zijn bronnen te beschermen" maar er zouden een aantal officieren van het leger en de rijkswacht bij betrokken zijn. Verschillende vergaderingen van de samen- zweerders hebben plaatsgevonden op het kasteel van Dongelberg dat eigendom is Opus Dei. Het kan natuurlijk gemakkelijk dat men in dat milieu ook lid is van Opus Dei zonder dat het als organisatie betrokken is bij de planning. Zijn vertrouwelijk verslag van 19 pagina's bevestigden de namen die Finné reeds had doorgegeven. Sommigen waren oudgedienden van de plannen tot staatsgreep in 1973. (bron 1 p. 169)

BOB'er Adjudant Chef Verdun in Charleroi stootte in zijn onderzoek naar de Bende ook op Opus Dei. Hij werd er buiten gepest en verliet de rijkswacht (bron 1 p. 169)

Volgende De aanslagen van de Bende